Medicatie bij reuma
Medicatie bij reuma
De meeste reumatische aandoeningen behandelen we met medicijnen. Medicijnen voor reuma zijn over het algemeen gericht op twee zaken: het bestrijden van pijn en het wegnemen van de ontstekingen.
Soorten medicijnen
We schrijven in een vroeg stadium medicijnen voor om schade aan gewrichten of organen te voorkomen. Medicijnen kunnen de aandoening niet genezen, maar helpen wel om klachten te verminderen. Niet iedereen reageert hetzelfde op medicijnen en vaak duurt het een tijdje voordat de juiste medicatie (of combinatie van medicijnen) is gevonden. Welke medicijnen de behandelaar voorschrijft, is afhankelijk van:
- de aandoening
- de aard van de klachten
- het te verwachte/mogelijke effect van de medicijnen
- eventuele bijwerkingen van de medicijnen
Regelmatig is het nodig om een combinatie van verschillende medicijnen te gebruiken.
Afhankelijk van de aandoening en uw persoonlijke gezondheidssituatie stelt de behandelaar voor welke medicijnen u het beste kunt gebruiken.
Er zijn zes soorten medicijnen:
Algemene pijnstillers
Algemene pijnstillers, zoals paracetamol, verminderen de pijn maar helpen niet tegen de ontstekingen. Ze worden daarom vaak in combinatie met andere medicijnen voorgeschreven.
Ontstekingsremmende pijnstillers; NSAID's (Non Steroidal Anti Inflammatory Drugs)
Ontstekingsremmende pijnstillers verminderen zowel de pijn als de ontstekingen. Ze worden vaan in combinatie met andere medicijnen (zie hieronder) voorgeschreven. Voorbeelden zijn: Ibuprofen®, Naproxen®, Diclofenac® en Indometacine®.
Corticosteroïden (bijnierschorshormonen)
Deze groep bestaat uit snelwerkende ontstekingsremmers. Corticosteroïden schrijven we vaak voor als eerste medicijn nadat een reumatische aandoening is vastgesteld en wanneer andere (langzaam werkende) medicijnen hun werk nog moeten gaan doen. Ook worden vaak tijdelijk corticosteroïden voorgeschreven wanneer er een plotselinge opvlamming van de aandoening is. Voorbeelden zijn: Prednison® en Prednisolon®.
Klassieke reumamedicijnen; csDMARD’s (conventional disease-modifying antirheumatic drugs)
Klassieke reumamedicijnen onderdrukken de afweerreactie van het lichaam. Ze zijn niet direct pijnstillend, maar kunnen de activiteit van de aandoening op langere termijn onderdrukken en de ontstekingen verminderen. Hierdoor nemen pijn, zwelling en stijfheid af (en komt de reuma tot rust) waardoor gewrichtsschade voorkomen wordt.
Voorbeelden zijn: Methotrexaat, Sulfasalazine, Leflunomide, Hydroxychloroquine en Azathioprine
Biologische medicijnen; bDMARD’s (biological disease-modifying antirheumatic drugs).
Een biologisch medicijn is een eiwit waarvan de werkzame stof is gemaakt door een levend organisme of afkomstig is van een levend organisme. Daarom heten ze biologische medicijnen. Biologische medicijnen onderdrukken de werking van het afweersysteem. Dat gebeurt op verschillende manieren. Ze remmen de eiwitten die ervoor zorgen dat er een ontsteking ontstaat zoals TNF of interleukines. Of de cellen die deze eiwitten maken (de T- en B-cellen). Biologische medicijnen zijn niet direct pijnstillend, maar kunnen de activiteit van de aandoening op langere termijn onderdrukken.
Voorbeelden zijn: Entanercept, Adalimumab, Anakinra, Rituximab, certolizumab en Abatacept.
JAK-remmers; tsDMARD’s (Targeted synthetic disease-modifying antirheumatic drugs
JAK-remmers (januskinase remmers) verminderen de aanmaak van cytokines. Cytokines zijn een soort boodschappers tussen de afweercellen. Die cytokines kunnen ‘verkeerde’ boodschappen doorgeven waardoor ontstekingen ontstaan. Een JAK-remmer remt de ‘cytokines’ waardoor ontstekingen tot rust komen. JAK-remmers zijn niet direct pijnstillend, maar kunnen de activiteit van de aandoening op langere termijn onderdrukken.
Voorbeelden zijn: baricitinib en tofacitinib.
Meest voorgeschreven medicatie
De meeste reumatische aandoeningen behandelen we met medicijnen. In dit blok vindt u informatie over medicijnen die we regelmatig voorschrijven. Uw arts bespreekt met u welke behandeling u krijgt.
Hiernaast zijn de informatiefolders over een aantal medicijnen digitaal beschikbaar. In de folder vindt u meer informatie over gebruik, inname en mogelijke bijwerkingen.
Informatiefolders medicijnen
- Folder Azathioprine
- Folder APD infuus
- Folder Abatacept
- Folder Apremilast
- Folder certolizumab
- Folder Cyclofosfamide
- Folder Ciclosporine
- Folder Dexamethason
- Folder Etanercept
- Folder Golimumab
- Folder Hydroxychloroquine
- Folder Adalimumab
- Folder Ilomedine
- Folder Kineret
- Folder Leflunomide
- Folder Mycofenolaat mefetil
- Folder Methotrexaat
- Folder NSAID
- Folder Prednison
- Folder Rituximab
- Folder Infliximab
- Folder Secukinab
- Folder Sulfasalazine
- Folder Triamcinolon
- Folder Tocilizumab
- Folder Ustekinumab
Tijdens de behandelinguitklapper, klik om te openen
Mogelijke bijwerkingen
Medicijnen, en zeker reumamedicijnen, hebben vaak bijwerkingen. Sommige veel en andere minder. De arts houdt hier rekening mee bij het voorschrijven.
Uw arts kan informatie geven over de bijwerkingen van de medicijnen die u gebruikt. Lees ook de bijsluiter goed. Daarin staat welke bijwerkingen uw medicijn kan hebben.
Bij het UMC Utrecht uitklapper, klik om te openen
Meer informatie
Ziektebeeld
Polikliniek Reumatologie en klinische immunologie
Wachttijden uitklapper, klik om te openen
Lees meer over wachttijdenMeer weten uitklapper, klik om te openen
In het geval dat u of uw kind deze behandeling ondergaat, kunt u onder ‘Agenda’ in het patiëntportaal Mijn UMC Utrecht praktische informatie over de afspraak vinden.
Wat hoort er bij deze behandeling
Zorgkosten
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist.
Polikliniek Reumatologie en klinische immunologie
De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur